... In opdracht van https://www.mondi.nl

26. Op de rem trappen

Ik ben geen held in de auto. Nooit geweest. Het idee dat je slechts een ruk aan je stuur hoeft te geven om een verkeersdrama te veroorzaken doet me huiveren van verantwoordelijkheid. Al rijdend afdwalen naar zoete dagdromen kan levensgevaarlijk zijn. 

’s Nachts zie ik vooral tegenlichten die duizelingwekkend voor mijn ogen huppelen, maar ook overdag moet ik mijn blik onafgebroken op de weg houden, want als ik naar rechts kijk, stuur ik naar rechts en links idem dito. Niet handig op een snelweg en ook zeker niet op pittoreske bergweggetjes langs kliffen en afgronden waar links en rechts veel te kijken valt. Bovendien klinkt voor mij elk rammeltje dat uit de auto komt alsof de stuurstang uit elkaar aan het trillen is, voelt elke onverwachte hobbel in de weg alsof er een wiel los zit en ruikt elk huis dat ik passeer met gezellige houtkachelgeur alsof het uit de motorkap komt. Een beetje neurotisch is het wel.

Ondanks dat ik me had voorgenomen het wat rustiger aan te gaan doen in het nieuwe jaar en mij volledig op de dyslexie-problemen van mijn oudste zoon te storten, werden we gebombardeerd met werk. Voor echtgenoot was 'Nee’ zeggen onbestaanbaar, je weet tenslotte nooit wat de toekomst zal brengen, dus riep hij volmondig 'Ja!' en 'Spoed is geen probleem.’ In zijn degelijke, grijze Citroën C4 reisde hij vervolgens heel Frankrijk door voor de aangenomen projecten, want ze waren natuurlijk zelden bij ons om de hoek. Ik bleef achter met onze familie-auto die als puinwagen werd gebruikt en vol ouderdomskuren zat. Schortend en haperend kwam ze vooruit, soms hield ze opeens vermoeid op met wisseren tijdens een wolkbreuk of stopte er zelfs helemaal mee midden op een rotonde. Uit frustratie wilde ze ook weleens zomaar uit zichzelf gaan toeteren. Een ware nachtmerrie voor een wegneuroot.

Zonder acceptabel vervoer zat ik gevangen in ons valleidorpje, dat aan de oever van de Aude omsloten lag door uitgelopen Pyreneeën. In mijn eentje probeerde ik de kennisleemte van het dorpsschooltje te compenseren door vol toewijding in de leermethodes voor 'beelddenkers' te duiken en zoon weer blij te maken. Ik printte simpele woordkaartjes uit, knutselde hartjes met cijfers en acteerde met beeldende gebaren Franse poëzie om zo de woorden in zijn hoofd te krijgen. Een steeds grotere stapel ontwerpklussen belandde ondertussen op mijn bureau. Er moest snel een ontsnappingsplan komen.

Echtgenoot vond op 'le boncoin' (de franse marktplaats) een snoezig groen autootje met open dak en automatische schakelbak. We moesten er drie uur voor rijden om haar, vlakbij het bedevaartsoord 'Lourdes,' op te halen. En passant konden we dus meteen even snel, snel onze geest reinigen en tot bezinning komen, maar ondanks het heilzame Lourdes-water dat ik bij de heilige bron rijkelijk tot mij had genomen, zat ik uiteindelijk toch nog behoorlijk gespannen achter het stuur van mijn nieuwe automaatje. 

Ideaal zo’n automatische versnellingsbak, je hoeft nergens meer aan te denken, slechts gas te geven, te remmen en op de weg te blijven. Het was alleen wel even wennen om het automatisme van schakelen achterwege te laten. De kinderen leken het allemaal wel vermakelijk te vinden en wilden per se bij mij in de auto. Lachen, bij mama in de auto. 

Over snelweg en bergweg, in daglicht en nachtlicht reed ik dapper achter echtgenoot aan. Uitgevloerd kwamen we laat in de avond eindelijk ons dorpsplein op rijden en vlogen met z’n allen bijna door het voorruit toen de auto met een ruk abrupt tot stilstand kwam. Mijn linker been was even vergeten dat we in een automaat reden en trapte bij gebrek aan koppelingspedaal boven op de rem. 

Wellicht toch nog een subtiele hint van boven?