... In opdracht van https://www.mondi.nl

13. Even een terras leggen

Een vriend had ons geadviseerd om te beginnen met de helft van het terras, aangezien het hem ondoenlijk leek om het geheel op één dag te realiseren. Echtgenoot en ik legden dit verstandige advies uiteraard lachend naast ons neer. 

De afgelopen weken hadden we stukje bij beetje, met veel hulp van deze vriend, kruiwagens vol met aarde weggeschept om een horizontaal terras mogelijk te maken. De originele grond liep namelijk vanaf onze openslaande keukendeuren een halve meter schuin omhoog naar tegenoverliggende gestapelde muur. De gedumpte aarde vormde intussen een flinke berg in een andere hoek van de tuin en prikkelde mijn fantasie over verhoogde avondterrassen. First things first.

In het midden van de geprepareerde grond stond een blootgeschept boompje als een ballerina op de punt van zijn wortels te balanceren. We wilde dit fijne boompje, waarvan ik de naam even kwijt ben, graag behouden vanwege de aangename schaduw die het bood en besloten er omheen te tegelen en een mooie plantenbak van natuursteen voor hem metselen. Zo ook voor de blauwe regen wiens beschutting en geurige lentebloei we natuurlijk ook niet konden missen, maar die nu langs de rand van het beoogde terras eveneens ongemakkelijk op hoge wortels stond. Vol optimisme gingen we aan de slag.

Met balkjes en waterpas waren we de hele ochtend nog bezig om de grond netjes uit te lijnen met, heel professioneel, een subtiele afloop naar de achterste hoek waar regenwater door de plantentuin kon worden geabsorbeerd. Pas na de lunch waren we klaar om te beginnen met het mengen van het zand-cement mengsel dat we tussen de balkjes zouden smeren om een mooie egale ondergrond te krijgen. Later zouden we die balkjes verwijderen en de ontstane gleuven met hetzelfde mengsel opvullen. Dat hadden we, in alle bescheidenheid, geniaal bedacht en het was dan ook zeer doeltreffend. We hadden alleen geen betonmolen.

Ons alternatief voor de molen betrof een grote groenzak waarvan we, ieder aan een kant, twee lussen vastpakten en waarin we beetje bij beetje één kuub zand en tweehonderd kilo cement samen zouden omschudden. Dat was inderdaad iets minder geniaal. Na vier uur schudden waren al mijn sensorische zenuwuiteinden aan het krijsen om genade en kon echtgenoot zijn boven- en onderlijf niet meer verticaal op één lijn krijgen. Maar het zand-cementbed lag! Strak en glad. Op een fraai patroon van kattenpootjes na dan. 

Toen begon het te regenen.

Als zand en cement worden gemengd met water krijg je specie. Een blubberige substantie die keihard opdroogt. Dat was niet de bedoeling. We wilde nog een beetje kunnen wrikken en wiggelen met de loodzware tegels in het droge mengsel, om een egaal geheel te krijgen. Regen was daarbij een kleine ramp. De avond was inmiddels gevallen en we beseften dat we door moesten. Te moe voor paniek begonnen we, in een robotachtige staat van apathie en losgekoppeld van alle lichaamssignalen, met leggen. Nat van de miezer tilden we samen de zwaarste tegels op hun plek en met rubberen hamer sloegen we ze vlak in het zand. Tegen middernacht lagen alle tegels en hadden we een heus terras. Strompelend wisten we ons bed te bereiken.

Hoezo niet doenlijk in één dag?