... In opdracht van https://www.mondi.nl

19. Feestelijke lenteroes

De zwaluwen zijn weer terug en vullen het luchtruim met helder gekwetter. Onze blauwe regen staat volop in bloei en maakt iedereen duizelig met haar intense parfum. De lentezon streelt het gemoed. De poes gaat recht voor mijn neus in ons net strakgetrokken zand-cementbed staan, kijkt me uitdagend aan en begint te graven. Zodra ik brullend en wild zwaaiend opspring maakt ze zich uitgelaten met de staart omhoog uit de voeten.

Het dorp is ontwaakt uit de winterslaap en de energie stroomt door onze aderen. Het is paasvakantie, dus we gaan er met de kinderen lekker op uit. Zwemmen in het natuurmeer (tenminste, alleen dochter, wij durven nog niet), poedelen in de rivier (tenminste, de jongens dan), en picknicken tussen de paardebloemen en madelieven. Maar ook onze kluslust heeft weer vlam gevat. Vooral de tuin lonkt.

We hebben besloten het terras te vergroten, zodat onze tuintafel meer ruimte krijgt. Terwijl ik de tegels met een rubberen hamer op het zand-cementbed waterpas sla, begint echtgenoot met het metselen van de natuurstenen tuinmuurtjes rond de boom, de klimmer en het toekomstige gazon. Ondanks dat mijn nieuwe stukje terras een paar centimeter lager zakt dan het oude en er de volgende dag, tot groot plezier van de katten, nog vier extra zakken zand aan te pas moeten komen, zijn we bijzonder tevreden met het resultaat. We belonen onszelf met een 'petit blanc’ op het terras van een zeer uitzonderlijk café in het dorp. 

Uitzonderlijk, want slechts vier dagen per drie jaar open. Een wonderlijke constructie van het dorpshotel om, als ik het goed heb begrepen, hun drankvergunning veilig te stellen. Dat treft dus. We raken daar aan de praat met een dorpsgenoot die vroeger veel piano heeft gespeeld. Als we hem vertellen over onze versgestemde Erard-vleugel beginnen zijn vingers gulzig te jeuken. We nodigen hem uit om een keertje te komen spelen. 

Diezelfde avond al, we zetten net het eten op tafel, staat hij voor de deur. Met een glas wijn op de bovenklep begeleidt hij onze hele maaltijd met nonchalante kroegjazz. Terwijl ik onderuitgezakt zit na te tafelen op de zwoele klanken van het pianospel, realiseer ik mij hoe anders ons leven is geworden het afgelopen jaar in dit filmische dorp.

Om het script nog te vervolmaken staat de volgende dag een andere buurman voor de deur met versgeplukte asperges. Hij is net terug van zijn wandeling en legt ons uit dat het hier de gewoonte is om met Pasen een omelet met wilde asperges te maken. We moeten flink wat van de steel afsnijden, adviseert hij ons. Zo gezegd zo gedaan, nadat de kinderen een heleboel chocolade-eitjes hebben gevonden tussen de gestapelde stenen van de nieuwe tuinmuurtjes, gaan we aan de omelet. Heerlijk, al lopen we de rest van de week, ondanks de adviezen, met een gebit vol draadjes. Alleen het kopje van deze asperge is hemels, weten we nu.

Aangemoedigd door het ruime terras, de voorjaarsdrift en de vriendelijkheid van de dorpelingen besluiten we spontaan de verjaardag van mijn jongste zoon groots te vieren en nodigen de hele school met ouders en leraren uit op het aperitief. 

Zo loopt ons huis, een dik jaar na intrek, vol met nieuwsgierige dorpsbewoners. De kinderen van peuter tot puber overkwetteren opgewonden de zwaluwen en hun ouders laten zich, naast de intense lentegeuren uit de tuin, bedwelmen door de 'blanquette de Limoux’, die we royaal bijschenken. De pianoman maakt de feestelijke lenteroes compleet met zijn improvisaties. 

Als een tevreden vreemdeling loop ik rond tussen het Franse geroezemoes en achteloos pulk ik een laatste aspergedraadje tussen mijn kiezen vandaan.