... In opdracht van https://www.mondi.nl

20. Tarzan op schoolreis

Lijkbleek komt mijn oudste zoon aanlopen, hij houdt jammerend zijn arm voor zijn buik en braakt de gehele inhoud van zijn maag naast ons op de parketvloer. Wij hebben net een heerlijke maaltijd bij onze Engelse vrienden genuttigd en waren nog even gemoedelijk aan het natafelen. Zoon was ondertussen op een schuurtje in hun tuin geklommen en dacht met kinderlijke tarzanlogica via een dood takje in de boom naar beneden te kunnen slingeren. Het takje brak en Tarzan zijn arm.

Voor het eerst sinds ons verblijf in Frankrijk bezoek ik het ziekenhuis van Carcassonne. Helaas nog altijd zonder ‘Carte Vital’, het Franse bewijs van verzekering, want die hebben wij na een dik jaar wonen en werken in dit mooie land nog niet weten te bemachtigen. De instelling die het alleenrecht heeft om dat voor ons te regelen reageert consequent niet op onze schriftelijke verzoeken en is slechts twee uur per dag telefonisch bereikbaar. Tenminste, bereikbaar is een groot woord, twee uur per dag wordt het bandje afgedraaid dat alle lijnen bezet zijn. Het overtreft al mijn verwachtingen van de Franse bureaucratie. 

Bij de ‘Urgence’ wordt eerst gecontroleerd of mijn kind geen hersenschudding heeft en zodra dat is uitgesloten worden we in de wacht gezet, want er zijn heel wat urgentere gevallen binnengekomen. Het lijkt wel een noodhospitaal in rampgebied. Overal staan bedden in de gang met ongelukkigen die gewikkeld in rekverband en geperforeerd met slangetjes lijdzaam hun lot afwachten. Een nieuw modern gebouw schijnt in de maak te zijn, maar tot die tijd loopt dit ziekenhuis op zijn laatste benen. Niet heel geruststellend voor een angstig kind met zeurende pols. Na vier uur wachten wordt zijn onderarm eindelijk in gips verpakt en kunnen we weg uit deze troosteloze bedoening. 

Toch wel een klein beetje trots gaat Tarzan de volgende dag naar school en pronkend met zijn witte armpantser is hij het middelpunt van de aandacht. Zijn juf is wat minder enthousiast. Over een week is de ‘classe verte’ gepland, een schoolreisje met drie overnachtingen in een prachtig gebied van de Pyreneeën. Alle leerlingen vanaf vier jaar worden geacht mee te gaan, daar doen die Fransen niet kinderachtig over, maar gepleisterde ledematen zijn minder welkom. Hoofdschuddend bekijkt ze zijn arm. 

De wandelingen en het berenmuseum zullen met deze handicap weinig problemen opleveren, maar met de spelactiviteiten kan zoon natuurlijk niet meedoen en bovendien moet hij daar elke dag verplicht douchen, maar mag het gips niet nat worden. Al een paar weken geleden vroeg de juf of ik mee zou willen als begeleidster, aangezien ik ook vaak met daguitjes meega. Ik heb toen vriendelijk bedankt, want vier dagen en drie nachten tussen Frans gekwetter van kleuterdwarsliggers, etterbakjes en prepuberkliertjes zou wel eens het slechtste in mij boven kunnen halen. Mijn fijnbesnaarde zenuwen lopen op zo’n daguitje soms al tegen hun grenzen aan en pedagogisch geduld is dan niet mijn sterkste kant. Het lijkt me dus ook in deze situatie geen goeie optie. Uiteindelijk strijkt de juf gelukkig de hand over het hart en mag zoon mee.

De ochtend van vertrek staan mijn kinderen opgewonden op de bus te wachten en heb ikzelf een beetje een zwaar gemoed. Gelukkig zijn ze geen kleuters meer en bovendien met z’n drietjes. Als ik de juf meld dat Tarzan last van wagenziekte heeft en dus het best voor in de bus kan zitten draait ze enigszins geërgerd met haar ogen, bij zoveel ongemak.  Thuis heb ik deze zoon op zijn hart gedrukt sokken om zijn handen te doen bij de pony’s, die blijkbaar ook op het programma staan. Dat hij knetterallergisch is voor deze beesten …

Dat durf ik nu écht niet meer aan de juf op te biechten.