... In opdracht van https://www.mondi.nl

18. Hoge noot

We zagen de sandwichman op de befaamde zondagochtendmarkt in Esperaza. Een zeer kleurrijke markt waar gedreadlockte hippies elke week, in weer en wind blootsvoets tussen de kraampjes lopen, terwijl jonge moeders 'en plein terrasse’ hun vierjarige kleuters nog altijd de borst geven, en stoïcijnse blaasmannen in fleurige jurken een deuntje op hun didgeridoo toeteren voor de horde toeristen. De bordenloper was een soort Franse versie van vader Abraham met alpinopet in plaats van bolhoed. Aan weerszijde van zijn lichaam hing een kartonnen plaat waarop met de hand zijn telefoonnummer was geschreven en dat hij piano’s stemde.

Heel toevallig hadden wij een Erard-vleugel thuis staan. Een van de weinige waardevolle objecten uit de inboedel die we bij het huis hadden gekocht, maar waar we nog nooit een heldere noot uit hadden weten te krijgen. We benaderden de bebaarde man, die onmiddellijk opveerde bij het horen van de naam Erard en enthousiast begon te vertellen over gekruiste en parallelle snaren. Hij beloofde langs te komen, maar dacht wel minstens drie uur bezig te zijn om het bijna honderdtwintig jaar oude instrument weer zuiver te krijgen.

Zoals beloofd stond hij de volgende morgen al vroeg voor de deur, getooid met zijn onafscheidelijke Franse baret en in zijn hand een bruinleren koffertje met allerhande stemvorken, -sleutels, -hamers, klankdempers en meer van dat soort geheimzinnige gereedschappen. De koffie sloeg hij vriendelijk af en hij stortte zich vol overgave op het antieke klavier. Zijn geestdrift was aanstekelijk. We zouden onze oren niet geloven als hij klaar was, zo verzekerde deze gepassioneerde man ons. Hij vertelde honderduit over de techniek en de bijzondere klanken van de Erard en wij voelden ons langzaam steeds rijker worden.

De drie beoogde uurtjes werk bleken wat positief ingeschat. Eindeloos stond hij voorovergebogen aan de stempennen te draaien, met de klep majestueus omhoog. Af en toe speelde hij even een paar noten en vervolgens kroop hij dan onder de piano om liggend op zijn rug de boel van de andere kant te benaderen. Zijn baret zette hij dan bij grote uitzondering even af.

Zo kon het gebeuren dat toen echtgenoot kwam kijken hoe het ging, hij vader Abraham liggend onder de piano trof, zijn alpinopet naast hem op de grond en onze poes daar half zittend bovenop. Starend in het niets, oren een beetje naar achter, rug samengespannen en de staart trillend omhoog, legde de roodharige vondelinge de laatste hand aan een mooie grote plas. Met haar voorpootje veegde ze nog een paar maal over de doorweekt baret en toen liep ze zonder om te kijken, heel tevreden de zonnige tuin in om zichzelf even uitgebreid te gaan likken.

Genageld aan de grond keek echtgenoot van de zwarte pet naar de pianostemmer. Na een korte gespannen stilte begon deze gelukkig hartelijk te lachen. De alpino ging in een warm handwasje en met het zonnige weer was het fris ruikende hoofddeksel, voordat de goede man ’s avonds rond etenstijd vertrok, weer helemaal klaar voor de tooi.

De volgende ochtend maakte de pianostemmer het werk af. Het was een enorme klus geweest, maar toen het eenmaal klaar was liet hij ons even horen hoe je op zo'n apparaat hoort te spelen. Van Spaanse volksdeuntjes via, Brahms, Mozart, Scott Joplin tot typische café-jazz. Het hele huis werd ingenomen door de prachtige klanken en wij lieten ons gewillig meevoeren.

Wat een leven.